Programma 7. Mobiliteit
1. Wat willen we bereiken?
Oss is goed aangesloten op de landelijke infrastructuur. Via het spoor, de Maas en het rijkswegennet (A50/A59) zijn we goed bereikbaar. Deze bereikbaarheid willen we waarborgen, ook als de stad zich verder ontwikkelt. Het is daarbij van belang om zowel de individuele als de collectieve verplaatsingen goed te faciliteren. We beschouwen de mogelijkheden om ons te verplaatsen als vanzelfsprekend. Een goede bereikbaarheid stelt ons in staat te werken, te recreëren, voor onszelf en anderen te zorgen. Maar onze verplaatsingen kunnen ook onwenselijke effecten hebben in onze omgeving, zoals onveiligheid en overlast in de vorm van geluid of parkeerdruk. De COVID-19 crisis heeft laten zien dat verplaatsingen ook niet altijd nodig zijn of op een andere, alternatieve manier kunnen. In Oss willen we de verplaatsingen mogelijk maken maar wel met een goede balans tussen bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid.
2. Wat zijn de komende periode de belangrijkste speerpunten?
Waarborgen van de bereikbaarheid
Om een goede bereikbaarheid te waarborgen werken we verder aan de aanpak van de knelpunten op de A50 en aan een betere doorstroming op de hoofdwegen. Hierbij vinden we het ook belangrijk om te onderzoeken of we de veiligheid op en rond het spoor te verbeteren en de barrièrewerking van het spoor te verminderen. Ook vinden we een verbetering van de kwaliteit van de stations belangrijk, net als een comfortabel fietsroutenetwerk en goede bereikbaarheid van het centrum.
- Aanpak doorstroming op de A50/knooppunt Paalgraven: we blijven aangehaakt bij het MIRT-onderzoek en nemen deel aan de Corridoraanpak A50 voor flankerende maatregelen.
- Bereikbaarheid Oss-Noord: we bereiden de uitvoering van fase 1 en 2 van de ontsluitingsweg Oss-Noord voor.
- Doorstroming hoofdwegennet: we brengen de toekomstige knelpunten in ons wegennet in beeld, rekening houdend met grootschalige woningbouwontwikkelingen (onder meer Oss-West). Op basis van de knelpuntenanalyse doen we onderzoek naar een robuuste en duurzame ontsluiting voor Oss-West. Dit moet leiden tot een actualisatie van ons mobiliteitsplan, waarbij we ook de kansen voor duurzame mobiliteit meenemen.
- Verbeteren infrastructuur (MipMo/IUP): we voeren projecten uit die bijdragen aan de doelstellingen van ons mobiliteitsbeleid op het gebied van doorstroming, verkeersveiligheid en leefbaarheid. Denk hierbij aan de herinrichting van de Hertogensingel en Paganinistraat en een goede ontsluiting van het bedrijventerrein Vorstengrafdonk. Op de Dorpenweg nemen we maatregelen om de overlast van vrachtverkeer terug te dringen.
- Spoorzone: samen met andere partners zoals NS, Prorail provincie en Rijk verkennen we kansen en mogelijkheden om het gebruik van het spoor/de trein te verbeteren, de kwaliteit van de stations te verbeteren, de veiligheid op en rond spoor te verbeteren en barrièrewerking van het spoor in Oss te verminderen.
Waarborgen van de verkeersveiligheid en leefbaarheid
We streven naar minder of het liefst geen verkeersslachtoffers en ongevallen. Dit vraagt om de aanpak van onveilige of risicovolle locaties, maar ook om blijvende aandacht voor het gedrag van verkeersdeelnemers. We stimuleren het gebruik van de fiets, openbaar vervoer en andere vormen van duurzame mobiliteit, zoals deelauto’s. Dit zorgt voor minder overlast in de vorm van geluidshinder, verbeterde luchtkwaliteit en lagere parkeerdruk. Bovendien dragen we zo bij aan een aantrekkelijker en gezonder leefklimaat.
- Openbaar vervoer: we zijn als een van de trekkers aangehaakt bij het provinciale/regionale proces rondom gedeelde mobiliteit (als vervolg op de huidige busconcessie). Hierbij komen ook onderwerpen als overstappunten voor vervoer (hubs), flex- en deelsystemen, Mobiliteit als Dienst aan de orde. De wijkbus in Oss is voor veel inwoners, met name ouderen, de enige manier om ergens te komen. Bovendien is het een plek om anderen te ontmoeten. We vinden het daarom belangrijk dat de wijkbus behouden blijft. We kijken op welke manier de wijkbus onderdeel kan worden van het systeem van gedeelde mobiliteit. Tot die tijd willen we de wijkbus net als afgelopen jaren blijven steunen in de vorm van een subsidie. Hiervoor vragen we extra middelen in de begroting.
- Fiets: we zijn aangehaakt bij het Nationaal Toekomstbeeld Fiets en kijken of we onze snelfietsroutes en het lokale fietsnetwerk moeten uitbreiden of aanpassen. Hierbij houden we ook rekening met de ontsluiting van nieuwe woonwijken en werklocaties. Zo willen we het Sibeliuspark en Talentencampus op een veilige manier verbinden door de aanleg van fietstunnels. We onderzoeken nog of het nodig is om één of twee fietstunnels te realiseren.
Ook willen we het fiets parkeren goed faciliteren. We onderzoeken samen met Prorail wat er nodig is om de fietsenstalling bij het station op te waarderen.
- Gedragsprojecten en verkeerseducatie: We werken steeds meer vanuit de risicogestuurde aanpak, waarbij we kijken naar risicolocaties en risicodoelgroepen. Denk aan plekken waar de inrichting nog niet op orde is of waar te hard wordt gereden. Of aan projecten gericht op (oudere) fietsers of jongeren in het verkeer. Waar mogelijk pakken we thema’s regionaal op (bijvoorbeeld projecten gericht op alcohol en drugs, afleiding in het verkeer).
- Parkeerbedrijf: De focus voor parkeren ligt op het gezond krijgen van de exploitatie van het Parkeerbedrijf. We kijken vooral of we de kosten voor het parkeerbedrijf kunnen beperken en onderzoeken de mogelijkheid van een scan auto bij de handhaving van het parkeren.
- Duurzame mobiliteit: we zien om ons heen de ontwikkelingen rondom dit onderwerp, denk aan elektrische voertuigen, deelmobiliteit, mobiliteit als dienst en de ontwikkelingen rondom schoon vervoer. We spelen hier op in door bij nieuwe ontwikkelingen te kijken naar kansen voor duurzame mobiliteit, door deel te nemen aan de pro-actieve uitrol van laadinfrastructuur in Brabant, en door het uitvoeren van gedragsprojecten, zoals de werkgeversaanpak.